Nathalie Labeeuw licht het nieuwe erfrecht toe in een videoreeks vanaf november 2017. Houd dus zeker onze website in het oog voor het vervolg!
Nathalie Labeeuw licht het nieuwe erfrecht toe in een videoreeks vanaf november 2017. Houd dus zeker onze website in het oog voor het vervolg!
In het huidig erfrecht beschikken bloedverwanten in opgaande lijn (= ascendenten: ouders, grootouders, overgrootouders,...) over een voorbehouden erfdeel, een reserve. Deze bedraagt op heden ¼ per lijn (vaderlijke en moederlijke lijn). De bloedverwanten in opgaande lijn kunnen evenwel enkel reservataire erfgenamen zijn indien zij werkelijk erfgenaam zijn. Dit is slechts het geval indien er geen afstammelingen tot de nalatenschap komen.
Indien de erflater bijvoorbeeld zou overlijden zonder afstammelingen en zijn twee ouders zijn wel nog in leven, dan genieten beide ouders elk van een voorbehouden erfdeel van ¼ (en is het beschikbaar deel gelijk aan de helft).
Naar aanleiding van eerdere wetswijzigingen werd de reserve van de bloedverwanten in opgaande lijn reeds aanzienlijk afgezwakt. Zo kunnen deze bloedverwanten hun reserve niet inroepen tegen giften die door de erflater werden vermaakt aan zijn langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner.
Op vandaag lijkt deze reserve nog steeds onaangepast aan de evolutie van de maatschappij, aangezien het de vrijheid belemmert om bv. te beschikken in het voordeel van de feitelijk samenwonende partner. Stel dat de erflater feitelijk samenwoonde met zijn partner en dat zij samen geen kinderen hebben. De ouders van de erflater zijn wel nog in leven op het moment het overlijden van de erflater, maar deze laatste heeft een testament opgemaakt waarbij hij alles legateert aan zijn partner. Het is dus duidelijk de wens van de erflater om alles na te laten aan zijn (feitelijk samenwonende) partner. In het huidig erfrecht kunnen de ouders hiertegen evenwel hun reserve inroepen, waardoor de partner slechts de helft van de nalatenschap zal verkrijgen. Deze situatie voelt erg onnatuurlijk aan.
In de hervorming van het erfrecht wordt hieraan tegemoet gekomen en worden de reservataire aanspraken van de ascendenten volledig geschrapt. Hun voorbehouden erfdeel kan worden vervangen door een onderhoudsvordering die enkel door de ouders kan worden gevraagd indien zij behoeftig zijn. Ouders mogen immers niet helemaal aan hun lot worden overgelaten.
Concreet betekent dit dus dat indien ouders behoeftig zijn op het ogenblik van het overlijden van de erflater, zij een vordering hebben tegenover diens nalatenschap. Deze onderhoudsvordering kan worden voldaan in een rente of kapitaal. Het bedrag van de vordering wordt begrensd door de omvang van hun huidige reserve, zijnde tot maximum 1/4e van de massa per ouder. Indien zowel vader als moeder behoeftig zijn, kan hun vordering samen maximum ½ van de nalatenschap bedragen.
Hernemen we het voorbeeld van de erflater die feitelijk samenwoonde met zijn partner en die geen kinderen nalaat. De erflater had een testament opgemaakt waarbij hij zijn ganse vermogen naliet aan zijn partner. Indien de ouders van de erflater nog in leven waren op het moment van zijn overlijden én zij op dat moment behoeftig zijn, dan erft de partner weliswaar de gehele nalatenschap maar kunnen de ouders de partner aanspreken om hen een rente of kapitaal uit te betalen. Via deze onderhoudsvordering kunnen zij evenwel maximum 50% van de nalatenschap van de erflater ontvangen.
Nathalie Labeeuw licht op Advocatennet.be het nieuwe erfrecht toe in een reeks interviews.